BRIEF 11 van 7 september 1934, Brussel I
Monseigneur,
Dua betreurt persoonlijk dat u hem niet van de middelen heeft voorzien, die de redenen tot haat zouden hebben vermeden tegen de verantwoordelijke autoriteiten die hun woord niet hebben gehouden en hun beloftes hebben gebroken.
De wraaklust en het achterbakse en wraakzuchtige karakter kennend van bepaalde elementen waartegen hij zich niet kan verzetten, vreest hij dat de autoriteiten en uzelf het in de toekomst evenzeer zullen betreuren als hijzelf.
Dua kan er uit loyauteit niet meer over zeggen, noch andere aanwijzingen geven, maar hij durft te geloven dat deze brief u ernstig zal doen nadenken.
Indien u tegenover de moeilijkheden, waarvoor hij u in deze brief durft te waarschuwen, van mening zou kunnen veranderen en de laatste voorstellen zou aanvaarden, verzoekt DUA u het hem te laten weten voor 13 september, want hij vertrekt naar een bestemming die hem gedurende onbepaalde tijd zal verhinderen opnieuw rechtstreekse betrekkingen aan te knopen.
Ondertussen rust het juweel nog altijd op die plaats die alleen Dua kent en waarvan hij het geheim zelfs niet aan een blad papier heeft toevertrouwd ... De eerste brief informeerde u reeds aan welke moeilijkheden u zich zou blootstellen in het geval u uw beloftes niet nakomt.
D.U.A.
Antwoord in advertentievorm:
D.U.A. Reçu lettre. Regrettons devoir maintenir proposition antérieure.
vorige brief
brief12